Jannetje Jacobs Tijmensz
Jannetje Jacobs Tijmensz,
geb. in 1708,
doopsgezind,
ovl. op 17-10-1736 te Huijsen; DTB-20; kraamvrouw,
begr. op 23-10-1736 te Huijsen; DTB-13-Impost: f 3,-.- Vader:
Jacob Tijmensz Jacobsz , zn. van Tijmen Jacobsz en Neeltje Jans ,
geb. in 1658 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-65,
doopsgezind,
Coopman op Amsterdam sinds 1678,
ovl. op 14-11-1727 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1737-23,
begr. op 19-11-1727 te Huijsen; DTB-12-Impost: f 15,-,
, -
JACOB TIJMEN JACOBSEN
Huizen Koptienden (1682-65 1737-23 ):
1682-65: v. Jan Tijmen Tijmmerman 6 cop
1683-65: v. Tijmen Jacobsz 2 Spt
- Situatie: 2 Spt 6 cop
- Afgezet op onbekende 1 cop
1685-65: Situatie: 2 Spt 5 cop
1689-65: v. Cornelis Jacobsz Schram 7 cop 1/2
- Situatie: 3 Spt 4 cop 1/2
1693-55: v. Ghijsbert Tijmon Jacobsz 5 cop
- Situatie: 4 Spt 1 cop 1/2
1695-55: v. Poulis Tideman 5 cop 1/2
- v. het weeskind
- v.HarmenJansz = JanHarmensz 2 cop 1/2
- Situatie: 5 Spt 1 cop 1/2
1696-55: v. Dirck Lambertsz Coeckjen 6 cop 3/4
- Situatie: 6 Spt 0 cop 1/4
1697-39: v. Jacob Sijbrantsz Man 1 cop 5/8
- op Cornelis Goosen 5 cop
- Situatie: 5 Spt 4 cop 7/8
1698-39: v. Tijmen Cornelisz Coeman 3 cop 1/2
- v. Wijgert Willem Wijchertsz Plasier 6 cop
- v. Peter Jansz Kramer 4 cop 1/2
- Situatie: 7 Spt 2 cop 7/8
1699-39: v. Jan Aertsz 3 cop
- v. Tijmen Gerritsz de Jonge 1 Spt
- v. Gerrit Claesz van Naerden 1 Spt 2 cop
- uit Naerdenboeck
t/m 1700-39: Situatie: 9 Spt 7 cop 7/8
1701-39: op Gijsbert Gerritsz Backer 3 cop
t/m 1702-39: Situatie: 9 Spt 4 cop 7/8
1704-29: v. Jan Aertsz 5 cop
1704-39: Situatie: 10 Spt 1 cop 7/8
- v. Ebbe Claesz 1 Spt 1 cop 4/8
- Situatie: 11 Spt 3 cop 3/8
1706-39: v. Gerrit Crijnen Coessier 4 cop 3/4
- Situatie: 12 Spt 0 cop 1/8
1714-26: v. Isack Claesz Dircksz 2 cop
- Situatie: 12 Spt 2 cop 1/8
1718-23: v. Cornelis Gerritsz de Jonge 3 cop
- Situatie: 12 Spt 5 cop 1/8
1720-23: v. Lubbert Jacobsz 1 cop
t/m 1720-23: Situatie: 12 Spt 6 cop 1/8
1721-23: ER STAAT: 12 Spt 6 cop 1/4
1722: op Dominee Jacobus van Hoorn 7 cop
1723-23: Situatie: 11 Spt 7 kop 1/4
- uijt boedel v. Lambert Killewigh 1 Spt
- Situatie: 12 Spt 7 kop 1/4
- op Willem Cornelis Cornelisz 5 kop
- Situatie: 12 Spt 2 kop 1/4
1724-23: v. Lambert Killewigh 1 Spt 1 kop
- Situatie: 13 Spt 3 kop 1/4
1726-23: v. Jan Tijmensz Timmer 3 kop 1/2
- Situatie: 13 Spt 6 kop 3/4
1730-23:v.Jacob Tijmensz onderBlaarcom 1 Spt 1 kop
- Situatie: 14 Spt 7 cop 3/4
1737-23: op Tijmen Jacobsz 7 Spt 6 kop
- op Cornelis Lamberstz Prins 4 Spt 3 kop 1/4
- op Jan (Pietersz) Vergoes 2 Spt 6 kop 2/4
-
JACOB TIJMENSE TE HUIJSEN
Blaricum Koptienden (1724-52 1730-52):
1724-52: v. Lambert Killewigh 1 Spt 1 kop
1730-52: op Jacob Tijmense Huijserboeck 1 Spt kop
-
ONA- 3690A081; 23.11.1680: Verklaring veerschippers; Jacob Tijmensz: 22 jaar
-
ORA-184-3214A017: 12-04-1681: Huwelijkse voorwaarden van Pieter Gerberden wed. van Neeltje Borten, met getuige broer Gerrit Gerberden en Neeltgen Reijerts weduwe van Lambert Gijsbertsz, geassisteert met Jacob Tijmensz
-
ORA-184-3214A017A: 25-11-1681: Acte van accoord. Aeltge Gillis weduwe en boedelhoudster van Jan Tijmensz Timmerman, in zijn leven weduwnaar van Grietge Dircks ter eenre, en Jacob Tijmensz getrouwd met Aeltge Jans dochter van de voorn. Jan
Tijmensz Timmerman ter andere zijde. Te kennen gevende dat de voorn. Jan Thijmensz met goedvinden van Cornelisz Dircksz de Goijer en Joost Dircksz Gorter als Oomen en voogden van de voorn Aeltgen Jans voor de Notaris de Jongh en seeckere
getuijgen binnen Alckmaer gepasseert hadden seeckere acte van bewijs d.d. 16.02.1658 m.b.t. goederen van de voorn. Grietge Dircksz (zijnde moeder van Aeltgen Jans) zijn geaccordeert n.l. gemelde Jacob Tijmensz node ixoris uit kracht van zeker
testament bij Jannetge Dircks in haer leven huisvrouw van Fytus Hendricksz gepasseert voor notaris Jacob Atten d.d. 15.10.1656 aan Jacob Tijmensz f 770
-
ORA-184-3191A234; 13-01-1682: Pieter Jansz Eijlooft woonachtig te Amsterdam verkocht en transporteerde aan Jacob Tijmensz zeker huis gelegen in het dorp naast Hendrick Gerritsz ten westen en Cornelis Jacobsz Schram ten oosten voor fl 390
-
ORA-184-3173; 07-04-1682: Tot vooghden van de weeskinderen van Claes Evertsz sijn gestelt Jaep (Gijsbertsz) Boutsz, Evert Evertsz en Jaep Tijmensz
-
ORA-184-3184A077; 28-10-1694: Compareerden voor Elbert Cornelisz Vos en Jacob Gijsbertsz Gleijn Schepenen tot Huijsen, Cornelis en Lambert Jacobsz Killewigh voor haer selve, Item Jacob Tijmensz als vooght over Harmen en Evert Claesz voor d'ene
helft; en Lambert Jansz als getrouwt hebbende Eijke Jans, mitsgaders Ebbe Andriesz in huwelijck hebbende Lambertje Jans waer bij blijckende geboortesijn hebbende, te samen wonende alhier voor d'andere helft eijgenaers van 2 / Danmet ? lant
gelegen onder Bunschoten inde groote Maets polder verkocht aen Anthonij Goudoever en Anna Bemmel eghtelieden wonende tot Amersfoort en hare erfgenamen
-
ORA-184-3175; 22-12-1694: Tot voogden over de kinderen van Cornelis Jacobsz Schram zijn gesteld Jacob Boutsz, Claes Boutsz, Jan Boutsz en Jacob Tijmensz
-
ORA-184-3194A215; 01-03-1696: Neeltje Claes, wed. van wijlen Dirck Lambertsz Koeckje?, Elberts Jacobsz Smit en Dirck Cornelisz d'Oude als voogden over de kinderen van voorn. Dirck Lambertsz verkocht en getransporteerd aan Jacob Tijmens een
schepel boulant voor f 22,- gemeen met Joost Jansz Weijmert, gelegen aan de driftwegh;
-
ORA-184-3175; 15-03-1696: Tot voogden over de kinderen van Gerrit Jacobsz Grutter werden gestelt Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz
-
ORA-184-3194-287; 23-01-1697: Compareerden voor Lamb. Killewig schout, Gerrit Koetsier en Willem Boor schepenen, Harmen Tijmensz bekende schuldig te zijn aan de Mennonisten Gemeente alhier een som van 1500 gl. te restitueren enz. met rente van
f 4 per fl 100 per jaar met als onderpand zeker coorn wint molen staande en gelegen alhier op de molenberg alsmede zeker huis en erf staande naast voornoemde molenberg staande naast Teunis Gerritsz ten zuiden alsmede al zijn goederen;
compareerden mede Hendrick Willemsz Boom voor de ene helft en Jacob Tijmensz, Gijsbert Tijmensz, Willem Tijmensz en Jan Tijmensz voor de andere helft mede borg staanden.
Op 17-05-1715 hebben Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als diaconen van de Mennisten gemeente verklaard dat bovenstaande schuld afgewikkeld
-
ORA-184-3214A031; 12-04-1697: Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Jacobsz Grutter en Leeuwtien Carstens in leven echteluijden, en Jacob Gerritsz Grutter grootvader van de voorn. kinderen ter
andere zijde, dat laatste comparant gerechtigd meent te zijn tot de ontvangst zijn leven lang van f 100,-/jaar die zijn zoon, en na zijn dood, tot f 60,-/jaar op basis van een zeker recht op seecker huijs en grutterijen bij deselve Gerrit
Jacobsz en Leeuwtien Carstens in haar leven bewoont
-
ORA-184-3194A330; 23-05-1697: Jacob Gijsbertsz Bout verkocht aan Jacob Tijmensz zeker huis en erven gelegen in hujsen en staande naast Tijmen Pietersz Schram ten noorden voor f 250,- enz.
-
ORA-184-3195A006; 24-10-1697: Leendert Vergoes ende Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten minderjarige kinderen en erffgenamen van Gerrit Jacobsz (Grutter) en Leeuwtie Carstens in Leven egte Luijden alhier, mitsgaders Jacob Gerritsz
Grutter voor soo veel het ? dewelcke verclaerde publijck vercogt te hebben aen Lambert Killewig Schout deses dorps seecker huijs hoff schuijr en grut molen met alle soodanige geregtigheden als deselve is hebbende ende bij de voorn de voorn:
Jacob Gerritsz (Grutter) ende Gerrit Jacobsz Grutter beseten is. Item een mastaende moolen ende alle gereet schaeppen enz. voorsz: grut moolen en nastaende moolen specterende sijjn staende ende gelegen binnen desen dorpe naest Gerrit Tijmensz
Doorn ten suijden en den voorn: Cooper ten Noorden voor f 3.925
-
ORA-184-3195A021; 05-12-1697: Jacob Tijmensz verkocht aan Cornelis Goossensz een stuk bouwland voor f 30
-
ORA-184-3175; 26-02-1700: Voogden Schepenen authoriseren Jacob Tijmensz @ Claes Gijsbertsz Bout als voogden over de kinderen van Cornelis Jacobsz Schram verwekt bij Claesje Gijsberts Bout om tot betalen van schulden te mogen verkopen 1 swat
maetland gelegen op Bussumer maet Suijders wal
-
ORA-184-3215A035; 10-09-1700: (27 blz) Reeckeninge bewijs e.d. van alle nagelaten goederen metterdoodt ontruijmt bij Jacob Cornelisz nagelaten sonen en erffgenaem van Cornelis Jacob/Jaep Boutsz en Marritje Ariaens in leven woonaghtigh tot
huijsen; gedaen maken bij ofte van wegen Jacob Tijmensz en Cornelis Killewigh als gewesene vooghden van de voorn. Jacob Cornelisz. alles ter requisitie en versoecke van Aeltge Ariaens weduwe van wijlen Gerrit Jacobsz de Jongh als erfgenaem
van opgemelte Jacob Cornelis. Openbare verkoop 23-07-1700 van koeien, hooi e.d.: f 1.157 (VEEL NAMEN). Inbegrepen enkele landerijen die de vader van voorn. Jacob Cornelis voor seeckere tijt bij provisie uijt de boedel van Jacob Gijsbertsz Bout
in gebruijk heeft gehadt. ENZ.
-
ORA-184-3196A035; 14-01-1701: Compareerden voor Lambert Killewigh schout mitsgaders Lamb Rijcksz Lustigh en Claes Jansz Swart schepenen tot huijsen Jacob Tijmens en verclaard hij comprt vercocht te hebben en ingevolge van dien mitsdesen te
transporteren aen Gijsbert Gerritsz Backer ontrent 2 / schepel belent de voorn coper ten westen en Gijsbert Tijmensz ten noorden bekennende ten aensien van de cooppenningen een somme van f 26: volcomen voldaen en betaelt te sijn belovende sulx
't voorsz lant enz
-
ONA-3718A049; 18-06-1701: Acte van bewijs Wijntie Jacobs weduwe van Joannis van Schaick ter eenre, en Gerrit Jacobsz Commin als oom en mede-voogd nevens Jacob Tijmensz waarvoor zij zich sterk maken over Ariaantie Jans en Judick Jans kinderen
van Wijntie Jacobs en wijlen Joannis van Schaick; getuigen Lambert Killewigh schout en Wijchert Willemsz Plasier
-
ORA-184-3184A087; 18-04-1704: Compareerden voor Gijsbert Jacobsz en Pieter Pietersz Ouwes schepenen tot Huijsen, Lambert Killewigh schout, Cornelis Killewigh, Ebbe Kooij en Lucas Claesz Swart oude buijrmeesteren en schepenen mitsgaders Jan
Claesz inwoonder binnen dese dorpe, te kennen gevende dat sij comparanten cum focus als eijgenaers ordre gegeven hadden aen Jacob Tijmensz als haer boeckhouder alhier tot het vercopen van seeckere twee haringbuijsen het ene genaemt de
melckmeijt en 't andere de goijsche Coopman, sijnde bij vercopinge van de voorn buijs genaemt de melckmeijt voor f 2.360 en van de goijsche coopman f 2.420 en via Jacob Tijmensz verkocht aan Rutger Wolbeeck en Pieter Stompedissel te Enckhuijsen
-
Amsterdam-1120-291: Jacob Tijmensz MENNIST; Attestatie Annetje (Johannis) Lint
-
ORA-184-3197A021; 01-03-1709: Compde voor Lambert Killewigh schout,mitsgaders Aert Jacobsz Vos en Jacob Brantsz schepenen tot huijsen Lambert Jansz d'oude en Willem Tijmensz als erfgenamen van Gerrit Jansz d'oude, haer sterck makende en de rato
caverende voor de verdere erfgenamen mitsgaders Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, als executeurs van de testamente van Haasje Fytus eertijds weduwe van de voorn Gerrit Jansz d'oude ende verclaerden sij coparanten vercoght te hebben en nitsdesen
te transporteren aen Claes Jacobsz Schram seecker hofstede ofte erff gelegen binnen dese dorpe belent de voorn coper ten oosten en Lambert Lambertsz Prins tenwesten voor f 11 enz
-
ORA-184-3176 ; 21-06-1709: Tot vooghden over het kint van Marritje Hendricks verweckt bij Harmen Tijmensz werden gestelt Hendrick Willemsz Boom en Jacob Tijmensz en Wijchert Jacobsz Backer
-
ORA-184-3176; 04-10-1709: Akte van bewijs. Harmen Tijmensz weduwenaer van Marritje Hendricks hebbende een nagelaten doghter genaemt Gerritje Harmens, is met de voogden Hendrick Willemsz Boom, Wijchert Jacobsz en Jacob Tijmensz overeengekomen: f
700,-, sieraden en opvoeding
-
ORA-184-3215A057; 15-01-1712: Ebbe Willemsz Koij en Lambert Rijkz Lustig schepenen. Rut Jansz Perk getrouwd met Grietje Jacobs Boutse, item Tijmen Willemsz, Tijs Doorn getrouwd met Geertje Cornelis, Hendrik Gerritsz Schipper getrouwd met
Claasje Cornelis, Dirk Cos, Geertje Jan Boutse, Jan de Ruijter getrouwd met Willempie Tijmens Cos, Jacob Tijmensz als voogt over de minderjarige kinderen van Cornelis Jacobsz Schram, zich ook sterk nakende en de rato caverende voor Claasje Jan
Boutse, en Jan Cos, Maarten Bout, en Jan Claasz als voogden over Hendrik Jansz Bout, en eijndelijk deselve Maarten Bout voor zich zelf, alle te samen erfgenamen van Claas Gijsbertsz Bout, ende verklaarden in voorn. qualiteit te hebben
gemachtigd de voorn. Jacob Tijmensz om in hun naam te compareren voor schout en schepenen tot Naarden alswel binnen het dorp om aldaar te transporteren sodanige huis en landerijen als zij berijds publiekelijk verkocht hebben of nog zullen
verkopen
-
ORA-184-3197A186: 18-03-1712: Gerrit Anxen is schuldig aan Jacob Tijmensz f 125. Op 25-11-1729: Aaltje Jans weduwe van Jacob Tijmensz verklaart dat alles voldaan is
-
ORA-184-3177; 08-09-1713: Hendrick Willemsz Boom, Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, Jan Claesz en Willem Tijmensz bij de doopsgesinde gemeente deses dorps aengestelde diaconen der selver gemeente in die qualiteit eijscher CONTRA Pieter Gerritsz
Snijder gedaagde
-
ORA-184-3177; 02-06-1714: Akte van bewijs. Hendrick Evertsz weduwnaer van Neeltje Cornelis, nalatende een gemeen kind genaemt Aeltje Hendricks, wenst een 2e huwelijk aan te gaan. Met de voogden Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes en Jacob
Cornelisz Metselaer, overeengekomen: f 625 en 9 spint boulant gelegen boven de bierwegh, en opvoeding
-
ORA-184-3177; 14-05-1716: Tot voogden over het nagelaten kind van Judick Jans (doorgehaald: althans getrouwd met Swaningh Tijmensz) werden gestelt Jacob Tijmensz en Lambert Hendricksz Visser
-
ORA-184--3216A029; 15-05-1716: Judick Jans hebbende een natuijrlick kind, genaemt Jannetje oud ontrent 3 Jaren ter eenre en Jacob Tijmensz en Lambert Hendricksz Visser als vooghden; aen haer kind schuldigh: f 700
-
ORA-184-3177; 01-10-1716: Tot voogd over het nagelaten kind van Hendrick Evertsz Ruijn werden in plaats van Leendert Vergoes die overleden is gestelt Pieter Gerritsz Snijder boven en behalve de laast aangestelde voogden namentlijck Jacob
Tijmensz en Jacob Cornelisz Metselaer
-
Amsterdam-1120-942: Brief Mennisten Huizen
-
ORA-184-3177; 29-01-1717: Tot voogden over 't nagelaten kint van Aaltje Hessels verwekt bij Harmen Tijmensz wert bij desen aangestelt Jacob Tijmensz en Roeloff van der Horst wonende tot Amsterdam
-
ORA-184-3216A037; 30-04-1717: Acte van uijtkoop of bewijs tusschen Harmen Tijmensz weduwnaar van Aeltje Hessels ter ene en Jacob Tijmensz en Roelof van der Horst als voogden over het nagelaten kind genaamt Tijmen Harmensz van hem en Aeltje
Hessels gepasseert op 30-04-1717:
- een morgen toebaxland gelegen onder Niekerk onder Willigenburgh waarvan het voorn. kind als erfgenaam van zijn grootvader Hessel Jansz Coppen 3/8 en Dirck Campen de / is competerende
- Item 1/8 stuk land gemeen met voorn. Dirck Campen waarvan het kind al 3/8 toebehoort;
- En nog een somme van f 550
-
ORA-184-3177; 03-11-1719: Tot vooghden over de kinderen van Cornelis Jan Dominicusz weduwnaer van Jannetje Jans, werden gestelt Jacob Tijmensz en Rut Jansz Timmer
-
ORA-184-3198A146; 12-04-1720: Gerrit Hendricks Boom alsmede Jacob Tijmensz en Aert Gerritsz als voogden over het nagelaten kind en erfgenaam van Marritje Hendricks Boom, verkochten aan Harmen Tijmensz ontrent 2 schepel land gelegen aan 't
Hotheet belendende Willem Meijnsz ten noorden voor f 15
-
ORA-184-3217A003; 10-01-1721: Scheiding en deling goederen metter dood ontruijmt bij Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits in leven egteluijden binnen den Dorpe Huijsen, gedaan maken bij Jacob Tijmensz en Aart Gerritsz Coppen als voogden
over:
- 't minderjarige kint van Marritje Hendriks Boom genaamt Gerritje Harmens ter eenre, ende
- Gerrit Hendriksz Boom (4 kinderen) ter ander zijde
zijnde kinds kint, en soon van de voornoemde Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits volgens testament Nots. Jan Nagtglas binnen Naarden 29-01-1716: huizen, f 1.688,- land, koeien
-
ORA-184-3177; 05-06-1722: Aan de Ed: Agtbare Geregte des dorps Huijzen Geven met behoorlijk respect te kennen de onderges crediteuren van Lambert Killewig, dat de gem: Killewig zig uijt desen dorpe Huijsen, met sijn vrouw, en huijsgezin heeft
geritereert, met hem nemende genoegsaam alle zijne doederen, en is gaan wonen binnen de Stad Vianen en dewijle denselve Killewig zig heeft gedeclareerd sijn boedel en goederen die door hem nog zijn overgelaten ten behoeve van zijn crediteuren
te abandonneren, en dat het oversulx van de uijtterste noodsaekelijkheijt zal zijn dat imand werde gequalificeert tot redding van de voorz overgelaten goederen met magt omme dezelve re gelde te maken, soo keeren de Supplianten henlieden tot Uw
Ed Agtb: versoekende dat Uw Ed: Agtb tot het geene voorz is, gelieve aan te stellen Jacob Tijmensz, Ysaak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder met de magt om de de onroerende goederen ENZ.
-
ORA-184-3198A235; 23-10-1722: Jacob Tijmensz verkocht aan de Heer Jacobus van Hoorn, Predikant onder de protestante mennonisten te Amsterdam, zeker stuk land groot omtrent 3 schepel belendende de koper ten zuiden en Piet Jansz Timmer ten
noorden voor f 75
-
ORA-184-3198A284; 20-11-1722: Poulus Tiedeman, Jacob Tijmensz en IJsak Willemsz Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder alle aangesteld als curateurs van de solvente boedel van Lambert Killewigh volgens de acte van 05-06-1722, verkochten aan Gijsbert
Tijmensz eerstelijk 1 / schepel land gelegen boven in het Langeweijn belendende Jannetje Wit ten zuiden en Dirk Pietersz te noorden alsmede 5 schepel land genaamd Brouwer gelegen aan de Laarderweg belendende Jacob Wijchertsz ten oosten voor f
261:10:-
-
ORA-184-3177; 23-07-1723: Gerrit Tijmensz verklaarde den nagelaten boedel van zijn moeder Emmetje Teeuwissen te abandonneren ten profijte van de gemene crediteuren; tot curateurs over de voorsz nagelaten boedel zijn gestelt Jacob Tijmensz en
Gerrit Ploos van Amstel
-
ORA-184-3217A025; 17-01-1725: 16 van 31) Staat van Inventaris van de gehele gemene boedel van Leendert Jansz Vergoes en Jannetje Cornelis van Nigtevegt in leven egtelieden op den 06-01-1725 metterdood ontruijmt, vanwege de Heeren Jacob Vergoes
wonende tot Amsterdam, Jacob Tijmensz en Jan Vergoes Pieter soon (Jan Pietersz Vergoes) woonagtig binnen dese dorpe Huijze, Antonij Laars Coopman tot Haarlem en Jan Vergoes Jacob soon (Jan Jacobsz Vergoes) wonende tot Amsterdam, alle te samen
als executeurs van den Testamente van voorn: Jannetje Cornelis van Nigtevegt.
- Eerstelijk het testament van voorn: Jannetje Cornelis van Nigtevegt gepasseert 14-07-1719, Nots. Johannes Backer tot Amsterdam; Nog seeckere acte van Jannetje Cornelis van Nigtevegt gepasseert 21-07-1724, Nots. Adriaan Baars tot Amsterdam
- Nog seecker boek waarin diverse diverse effecten en obligaties genoteert genoteert met de hand van Leendert Jansz Vergoes en de voorn: Jannetje Cornelis, van buijts getekent met de letter A
- 2 huijsen binnen den dorpe, land, land en een huijs in Nigtevegt,
- vele schepenkennisse en obligaties ten laste van
- Cornelis Cornelisz Boes: f 100
- Evert Pietersz van Voorthuijzen wonende tot Vreeland, 18-04-1712: f 600
- Lambert El tot Huijsen, 17-11-1717: f 100,-
- Huijbert Dirkse wonende tot Huijzen, 21-05-1709 en 01-02-1711:f 1.000
- Lijsje Jacobsz Vos wonende tot Huijzen 01-05-1720: f 100
- Gijsbert Tijmensz Schipper van Huijzen, 02-11-1715: f 400, rest nog f 300
- Dirk Ploos tot Blaricum 1712.. 1723: f 800
- Pieter Tijmensz Rademaker wonende tot Huijzen 01-03-1717: f 30
- Hendrik Gerritsz Louwen wonende tot Huijsen, 26-03-1710: f 400
- Jacob Vergoes de Oude wonende tot Amsterdam 01-01-1724/01-05-1729: f 6.000 / f 3.000
- Willem Tijmensz de Jong wonende tot Huijsen 10-07-1710: f 800 + f 200
- Tijmen Jacobsz wonende tot Huijsen 28-11-1715: f 1.000 + f 300
- Roeloft van der Horst wonende tot Amsterdam: f 1.500 + f 500 + f 600 + f 600 + f 600
- De reeckening van voorn: Jannetje Cornelis weduwe van wijlen Leendert Jansz Vergoes en Jan Vergoes Pieter soon (Jan Pietersz Vergoes) met de andere ider voor de helfte in compagnie genegotieert, beloopt ten behoeve van deselve op een somme
van f 12.000
- Marijtje Goossen wed.v. Adriaan Huijbertsz wonende tot Huijsen 17-11-1717: f 100
- Maria Verburg wed. van wijlen Jan Vergoes wonende tot Haarlem 01-01-1713:f 7.500; rest f 5.000
- Cornelis van Putten wonende tot Haarlem f 3.000 + f 2.500 + f 1.000
- Jacob Tijmensz wonende tot Huijsen 01-09-1709: f 3.000; rest f 1.500
- Jacob Vergoes de Jonge wonende tot Amsterdam 04-06-1720: f 3.000 + 1.000
- Claas Lambertsz Prins wonende tot Huijsen 24-06-1711: f 100 ; deze debiteur is insufficient
- Jan Vergoes Jacobsz wonende tot Amsterdam 01-04-1725: f 5.000 + f 4.000 + f 5.000
- Lambert Prins en Marijtje Jans wonende tot Huijsen 13-11-1722: f 1.000 + f 1.000
- Cornelis Geurtsz Spilt wonende tot Nigtevegt landhuur f 140 Blz. 16: Volgt de boedel
-
ORA-184-3178; 07-09-1725: Jacob Tijmensz en Jan Vergoes als bij testament aangestelt tot executeurs over de boedel en nalatenschap van de weduwe van Leendert Vergoes, en in die qualt eijscher CONTRA Gerrit Hendricksz Boom gedaagde; betreft f
125 + rente als rest van een obligatie
-
ORA-184-3199A260; 19-03-1728: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout, Claas de Swart en Jan Gerritsz Komin schepenen;
- Lammert Lammertsz Prins gehuwd met Gerritje Pieters
- en Hendrik van Weerland en Aart Gerritsz Coppe als voogden van de minderjarige kinderen van Lambertje Pieters en zich sterk makend en de rato caverende voor Jacob Melsz Boor
- en Hendrik van Weerland zich sterk makend en de rato caverende voor Gijsbert Jacobsz Vos gehuwd met Claasje Pieters
allen te samen erfgenamen van Aaltje Jansz Camer
en tevens
- Gijsbert Tijmensz
- Jan Vergoes namens de weduwe van Jacob Tijmensz
- alsmede Harmen Tijmensz
- en Jan Vergoes namens Willem Kuijper wonende op de Coog en gehuwd met Geertje Tijmens,
- en ook voor Jan Tijmensz
als gezamenlijke erfgenamen van Willem Tijmensz
- verklaarden verkocht en getransporteerd te hebben aan Lammert Jansz Prins zeker huis, erf en tuin gelegen in het dorp belent Wed. Jacob Lammertsz Smit ten zuiden en Jan Meltz Boor ten Noorden voor f 1.380
-
ORA-184-3178; 17-07-1728b: Akte van bewijs. Roeloff van der Horst midtsgaders Jan Vergoes voor enden naamens Aaltje Jans weduwe van wijlen Jacob Tijmensz, welke Roeloff van der Horst en Jacob Tijmensz beide gerechtelijke gestelde voogden sijn
geweest over Tijmen Harmensz nagelaten minderjarig kind van Aaltje Heffels in Leven huijsvrouw van Harmen Tijmensz, Voor het kind Tijmen Harmensz een obligatie van f 1500 ten laste van Antonij Laars doch waarvan het kind nog sal resten f 1250.
Obligatie ten laste van Harmen Tijmensz ten behoeve van Tijmen Harmensz van f 750 dd 01.11.1720
Obligatie ten behoeve als voren ten laste van Tijmen Jacobsz d.d. 01-11-1720; Linnengoed e.d.
-
ONA-3731A011; 22-07-1728: Testament Jan Pietersz Vergoes en Gerritje Jacobs egtelieden wonende binnen Huijsen. Verwerpen speciaal het testament bij Jan Nagtglas d.d. 19-02-1716. Als testatrice zonder kinderen bij de ander verwekt institueert
zij haar moeder Aeltje Jans weduwe van wijlen Jacob Tijmensz . De testateur laat de boedel na aan zijn halve broer Antonij Vergoes of diens kinderen; I.g.v. hertrouwen f 3000 aan de erfgenamen van de eerst overledene. Als de langstlevende
zonder kinderen uit dit huwelijk overlijdt, gaat uit de gemen boedel f 500, naar de doopsgesinde gemeente van Huijsen en f 500 naar de armen van het dorp. Getuigen Jacob Cornelisz Metselaar (kan niet schrijven) en Lambert Huijbertsz Cos
-
ORA-184-3199A313; 25-03-1729: Aaltje Jans wed: wijlen Jacob Tijmensz, evenals Gijsbert Tijmensz, Jan Tijmensz en Harmen Tijmensz alsmede Jan Vergoes namens Willem Kuijper gehuwd met Geertje Tijmens allen te samen erfgenamen van wijlen Willem
Tijmensz, verklaarden publiek verkocht en getransporteerd te hebben aan en ten behoeve van Gijsbert Jacobsz Vos voor f 496:
- 1e de helft aan de zuidzijde van een Camp bouwland groot 4 / schepel waarvan de helft gelegen in het dorp voor het huis van Jacob Hendrik Snijder,
- de zuidelijke helft van 3 schepel gelegen aan de hengedijk belent Jan Jansz Doorn
- de noordelijke helft van 5 schepel gelegen aan de hengedijk belent Pieter van Voorthuijsen
-
ORA-184-3199A382; 12-05-1730: Lambert Jansz is schuldig aan Aaltje Jans, weduwe van Jacob Tijmensz een som van f 200; 12-05-1730
Aanvullend: de ondergenoemde Tijmen Jacobsz voor zichzelf en zijn mede erfgenamen van Aeltje Jans weduwe van Jacob Tijmensz verklaarde de voornoemde f 200 met intrest te hebben ontvangen van Wijchertje Pieters weduwe van Lambert Jansz per
15-07-1740, waarop de akte geschrapt is.
Handtekening van: Tijmen Jacobsz
-
ORA-184-3218A078; 11-07-1732: Jacob Jacobsz Glijn en Antonij Duurkant als voogden over het minderjarige kind van Judit Jans, geheten Jannetje, te kennen gevende dat de oude voogden Jacob Tijmensz en Lambert Hendriksz Visser sijn overleden, sij
comparanten van de weduwen van voorn. oude voogden hadden ge-eist reeckeening en bewijs van administratie, sij die hadden ontvangen van Aaltje Jans weduwe Jacob Tijmensz en van Ariaantje Jans weduwe van Lambert Hendriksz Visser alsmede een
obligatie van f 100 ten laste van Swaning Tijmensz en f 600 contant geld
-
ONA-3733A073; 17-08-1736: Compareerden Jan Vergoes gehuwd met Gerritje Jacobs, Tijmen Jacobsz en Cornelis Lambertsz Prins gehuwd met Jannetje Jacobs alle wonende tot Huijsen, zijnde de voorn. Gerritje Jacobs, Tijme Jacobsz en Jannetje Jacobs
de als enige en universele erfgenamen van wijlen Aaltje Jans in leven weduwe en boedelhoudster van zaliger Jacob Tijmensz; betreft boedelverdeling;: land en geld,
relatie.
tr. op 15-08-1733 te Huijsen; Impost 15-08-1733: f 6,-
met
Cornelis Lambertsz Prins, zn. van Lambert Claesz Prins en Marrij Jans Weesp van,
geb. in 1708,
doopsgezind,
ovl. op 26-10-1747 te Huijsen,
begr. op 26-10-1747 te Huijsen; Impost: f 3,-,
, -
CORNELIS LAMBERDS / LAMBERTS PRINS
Huizen Koptienden (1737-24 1761-23):
1737-24: v. Jacob Tijmensz Jacobsz 4 Spt 3 kop 1/2
1739-24: op Tijmen Tijmensz Vrachter 1 Spt 4 kop
t/m 1744-24: Situatie: 2 Spt 7 kop 1/2
- Afgezet op onbekende 1 Spt 0 kop 1/2
1745-24 t/m 1760-23: Situatie: 1 Spt 7 kop
1761-23: bij huwelijk op Jan Menalda 1 Spt 7 kop
-
ONA-3731A045; 12-09-1729: Lambert Claasz Prins wonende tot Huijsen ter eenre en zijn soon Cornelis Lambertsz Prins mede wonende tot Huijsen ter andere sijde, verklaarde de 1e comparant verhuijrt te hebben en de 2e comparant voor de tijd van 4
agtereenvolgende Jaren bereijds ingegaan op de 01-09-1729 gehuurt te hebben seecker huijs grutterijen en huijs gelegen binnen Huijsen belent Cornelis Hendricksz Snijder en Willem Jes ten noorden jaarlijks voor een som van somme van f 150, en de
soon van sijn vader f 550,- te leen heeft gekregen
-
ORA-184-3731A082; 26-01-1731: IJsak Willemsz Spilt, Jan Pietersz Boor en Cornelis (Lambertsz) Prins alle eigenaars of huurders van de drie grutterijen binnen den dorpe Huijsen en aldaar woonagtig. Item Roel Pandelaar Grutter tot Laren. Bosje
Lambertsz laast weduwe van Steffen Elbertsz exerceerende de Grutterij tot Blaricum stellen gezamenlijk een contract over de aankoop en prijs van de boekweijt en meel
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 15-08-1733: Cornelis Lambertz Prins met Jannetje Jacob Tijmensz: f 6,-
-
ONA-3733A073; 17-08-1736: Compareerden Jan Vergoes gehuwd met Gerritje Jacobs, Tijmen Jacobsz en Cornelis Lambertsz Prins gehuwd met Jannetje Jacobs alle wonende tot Huijsen, zijnde de voorn. Gerritje Jacobs, Tijme Jacobsz en Jannetje Jacobs
de als enige en universele erfgenamen van wijlen Aaltje Jans in leven weduwe en boedelhoudster van zaliger Jacob Tijmensz; betreft boedelverdeling;: land en geld
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 17-10-1736: Jannetje Jacobs huijsvr. van Kornelis Prins (kraamvrouw)
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 23-10-1736: Jannetje Jacob Tijmens: f 3,-
-
ORA-184-3179; 16-09-1740a: De 3 grutters Jacob Glijn en Jan Pietersz Boor mitsgaders Cornelis Prins (mennist) hebben ter requisitie van Jan ter Dam impostmeester van het Gemaal van de lopende termijn over Goiland de eed gepresteert volgens het
formulier staande beschreven in de resolutie van haar Ed. Groot Mog van dato den 3 December 1739 namentlijk; van het middel van het Gemaal directelijk of indirectelijk niet sullen frauderen of door de haren te doen frauderen
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 19-04-1743: Cornelis Lambertz Prins met Marrijtje Lamberts Prins ider 3 Gl: f 6,-
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 26-10-1747: Cornelis Lambertz Prins: f 3,-
-
ORA-184-3220; 26-10-1747: Akte van bewijs. Marritje Lamberts Prins weduwe van wijlen Cornelis Lambertsz Prins ter eenre en Gerbert Bouman en Claas Lambertsz Prins als voogden over het minderj. nagelaten kind van wijlen Cornelis Lambertsz Prins
mitsgaders de kind of kinderen waar van de voorz. Marritje Lamberts Prins nu zwanger is, ter andere sijde, zijn overeengekomen: f 900 en opvoeding
-
ORA-184-3179; 26-10-1747: Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Cornelis Lambertsz Prins egtelijk verwekt aan Marritje Lamberts Prins en over de kind oft kinderen waarvan deselve Marritje Lamberts Prins thans swanger gaat,
gestelt, Gerberd Bouman en Claas Lambertsz Prins,
tr. (2) op 19-04-1743 te Huijsen; Impost 19-04-1743: 2x f 3,- = f 6,-
met zijn achternicht Marritje Lamberts Prins, dr. van Lambert Jansz Prins en Teuntje Tijmens Claesz Volkerden,
geb. te <= 1718,
, -
ORA-184-3201A173; 26-04-1743: Marritje Lamberts Prins meerderjarige ongehuwde dogter en wijders Jan Vergoes en Jan Jan Prins als gestelde voogden over Lambertje Lamberts Prins, welke Marritje Lamberts Prins en Lambertje Lamberts Prins de eenige
kinderen en erfgenamen sijn van Lambert Jansz Prins en Teuntje Tijmen Claaz in Leven egtelieden, hebben vercogt aan Jan Rutten Timmer een huijs en erve gelegen binnen desen dorpe belent Andries Brummel ten nrdn en Willem Dirksz ten sudn voor f
1.324
-
ORA-184-3220; 26-10-1747: Akte van bewijs. Marritje Lamberts Prins weduwe van wijlen Cornelis Lambertsz Prins ter eenre en Gerbert Bouman en Claas Lambertsz Prins als voogden over het minderj. nagelaten kind van wijlen Cornelis Lambertsz Prins
mitsgaders de kind of kinderen waar van de voorz. Marritje Lamberts Prins nu zwanger is, ter andere sijde, zijn overeengekomen: f 900 en opvoeding
>